Stand van zaken en vooruitblik
Inkomensregelingen
Op 1 januari 2020 werden 475 bijstandsuitkeringen verstrekt. Het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering is aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde, namelijk 16,4 per 1.000 inwoners.
In 2016 en 2017 zagen we nog een groei van het aantal uitkeringen. Vanaf 2018 is dit gedaald en gestabiliseerd. Dit kan worden verklaard door de lagere taakstelling huisvesting vergunninghouders en de economisch gunstige(re) omstandigheden. Inwoners kunnen makkelijker werk vinden en hoeven geen beroep te doen op een bijstandsuitkering.
We zien dat het steeds moeilijker wordt om inwoners met een bijstandsuitkering naar werk te bemiddelen. Dit komt door inburgeringsverplichtingen, taalproblemen, gezondheidsproblemen of geldproblemen. Vaak een combinatie ervan. We hebben daarom in 2019 een plan van aanpak opgesteld om participatie te bevorderen. De verwachtte hogere uitstroom in 2020 is gestagneerd door de maatregelen tegen de bestrijding van het coronavirus. Door het vertragend effect verwachten we in 2021 een hogere instroom van inwoners die als gevolg van de coronamaatregelen hun baan zijn verloren. Ook verwachten we een groter beroep op bijstand van ex-zelfstandigen die zich gedwongen zien hun onderneming te beëindigen. Hoe groot de instroom zal zijn laat zich moeilijk voorspellen. Dit is mede afhankelijk van de verdere versoepeling van de coronamaatregelen.
In 2021 wordt het plan van aanpak voortgezet. Hiervoor zijn (met het oog op de nieuwe doelgroepen) prioriteiten bijgesteld. Ook gaan we door met het verder verbeteren van het digitale klantvolgsysteem.
Met het Werkgeverservicepunt Zuid-Holland Centraal wordt intensief samengewerkt. Zij bemiddelen en plaatsen kandidaten met een korte(re) afstand tot de arbeidsmarkt. Met hen en de andere gemeenten in Zuid-Holland Centraal is een sector gerichte aanpak ontwikkeld. Hierbij ligt de focus op kansrijke sectoren: Zorg & Welzijn, Transport &Logistiek, Groen en Detailhandel.
In 2019 is de armoedemonitor uitgevoerd. Onze gemeente heeft 804 minimahuishoudens met een inkomen tot 110% van het wettelijk sociaal minimum. Dit is 3,7 % van alle huishoudens. In 2015 waren dit 794 huishoudens.
In onze gemeente wonen 13.549 kinderen. Hiervan groeien 680 kinderen op in een minimahuishouden. Dit bedraagt 5% van alle opgroeiende kinderen in Pijnacker-Nootdorp. Het aantal minimahuishoudens met kinderen is licht gedaald, maar het aantal minimakinderen is gestegen. Gemiddeld gezien hebben de minimahuishoudens in 2018 dus meer kinderen dan de minimahuishoudens in 2015.
De grafiek geeft vanwege BBV-voorschriften een andere indicator dan het aantal kinderen in minimahuishoudens. Namelijk het aantal kinderen in uitkeringsgezinnen. In 2018 was dit 3,1% in Pijnacker-Nootdorp en 6,5% landelijk.
Ook in 2021 kunnen kinderen uit huishoudens met een inkomen tot 130% gebruik maken van het kindpakket van Stichting Leergeld. Ook kunnen zij lid worden van een sport- of cultuurvereniging via het Jeugdfonds sport en cultuur. De overeenkomsten met de Stichting Leergeld en Jeugdfonds sport en cultuur zijn in 2020 met drie jaren verlengd. Ook is de Rotterdampas te koop. Voor minimahuishoudens is deze met korting beschikbaar.
Begeleide participatie
Op 1 januari 2020 werkten 35,8 SE (is ongeveer gelijk aan een fte) op grond van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Hiervan zijn 26,4 SE zijn werkzaam bij Werkse! in Den Hoorn en 9,4 SE werken bij DSW in Zoetermeer. In 2019 is een onderzoek naar de mogelijkheden voor de toekomst van de Wsw gedaan. De Wsw zelf uitvoeren is (iets) goedkoper, maar er zijn ook (financiele) risico's voor een kwetsbare doelgroep. Op basis van het onderzoek is besloten vanaf 2020 met met Werkse! en DSW te blijven samenwerken. In 2020 zijn de overeenkomsten met Werkse! en DSW verlengd voor een periode van 3 jaar met de mogelijkheid om twee maal met een jaar te verlengen.
Vanaf 2017 moeten gemeenten beschutte werkplekken aanbieden. In 2020 is het maximaal aantal beschutte werkplekken 11. Deze inwoners werken bij Werkse! in Den Hoorn en DSW in Zoetermeer.
Tot slot wonen in onze gemeente 85 inwoners (jongeren) met een doelgroepverklaring. Deze jongeren komen bij ons in beeld via de netwerkoverleggen met het speciaal onderwijs en door warme overdracht van VO/MBO scholen. Een deel van deze jongeren gaat werken met een loonkostensubsidie. Er zijn loonwaardemetingen gedaan om te bepalen welke loonwaarde ze hebben op de werkplek. Dat is de basis voor de vergoeding die we de werkgever betalen via een loonkostensubsidie. Vaak gaat hier een periode van intensieve begeleiding aan vooraf. Hierin worden de vaardigheden en uitstroomkansen van deze jongeren beoordeeld.
Arbeidsparticipatie
De netto arbeidsparticipatie van onze inwoners was in 2019 74,8%. In Nederland was dit 68,8%. Netto arbeidsparticipatie betekent het percentage van de werkzame inwoners, ten opzichte van de mensen die potentieel kunnen werken.
In 2019 waren er in onze gemeente 421 banen per 1.000 inwoners van 15 - 64 jaar. Landelijk is dit 677 per 1.000 inwoners. Een groot deel van onze inwoners werkt dus niet binnen de gemeente. Ook voor onze inwoners met een bijstanduitkering betekent dit dat zij voor werk voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van werkgelegenheid in de regio (zie ook programma 2). Daarom werken wij in de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal samen met de gemeenten Zoetermeer, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Wassenaar en Voorschoten, het UWV en VNO-NCW.
De gevolgen van de Coronamaatregelen voor de arbeidsparticipatie en het aantal banen laat zich moeilijk voorspellen. Uiteraard zullen we dit goed monitoren.
Onze inzet is gericht op het vergroten van de (arbeids)participatie van onze inwoners. Met het voeren van frequente, intensieve en persoonlijke gesprekken krijgen we de inwoners goed in beeld. Om inwoners aan het werk te helpen worden re-integratievoorzieningen ingezet. Bijvoorbeeld de werkacademie en bemiddeling via het werkgeversservicepunt. Daarnaast hebben wij een top-30 aanpak ontwikkeld. Inwoners worden hier intensief en groepgewijs getraind. Inwoners die nog niet bemiddelbaar zijn, worden geplaatst op re-integratietrajecten om arbeidsritme en werkervaring op te doen. Bijvoorbeeld: Biesieklette, Make a move en het Traject Onderhoud Openbare ruimte. Individuele bemiddeling van vergunninghouders naar werk loopt via traject ‘Grenzeloos’. Hierbij is aandacht voor culturele aspecten en gewoonten op de Nederlandse arbeidsmarkt. Specifiek voor jongeren is er een jongerencoach. Hij bemiddelt jongeren naar werk, leerwerkplekken en stages. Recent is een bestandskoppeling met het Inlichtingenbureau gerealiseerd. Hierdoor zijn alle jongeren tot 27 jaar zonder werk en opleiding in beeld.
Op 1 juli 2021 treedt de Wet Inburgering in werking. Wij zijn in 2020 begonnen met de voorbereiding op de nieuwe wet. Dit doen we intern, lokaal en regionaal. Wij hebben hiervoor nauw contact met SWOP en het Taalhuis van Bibliotheek Oostland. In de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal wordt intensief samengewerkt. De mogelijkheden voor gezamenlijke inkoop van taallessen wordt onderzocht. Onze gemeente doet mee aan een pilot 'brede intake'. Dit is een van de vereisten in de nieuwe wet inburgering.
Schuldhulpverlening
Sinds 2019 voeren we schuldhulpverlening in eigen beheer uit. De samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Zoetermeer is beëindigd. Sinds 2020 is onze gemeente toegelaten als lid van de NVVK. Deze certificering houdt in dat onze dienstverlening wordt uitgevoerd binnen de kaders van de Gedragscodes Schulphulpverlening.
Op 1 januari 2020 hebben 151 inwoners een schuldhulpverleningstraject. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vier soorten trajecten: 100% betalingsregeling, 100% herfinanciering, schuldregelingen tegen finale kwijting en saneringskrediet tegen finale kwijting.
Daarnaast wordt aan 44 inwoners flankerende ondersteuning ingezet. Het gaat hierbij om externe bewindvoering, budgetbeheer, budgetcoaching en/of toeleiding naar de Wet schuldsanering natuurlijke personen.
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft voor dat iedere vier jaar een beleidsplan wordt vastgesteld. Het huidige beleidsplan loopt af in 2020. Daarom wordt in 2021 voor de periode 2021 - 2024 een nieuw beleidsplan vastgesteld. Dit wordt in 2020 voorbereid.
In februari 2020 zijn we gestart met de pilot Vroeg Eropaf Pijnacker-Nootdorp. Met woningbouwvereniging Rondom Wonen, waterbedrijf Dunea en een zestal zorgverzekeraars is een convenant gesloten om betalingsachterstanden vroegtijdig te signaleren. Vroegsignaleren van schulden wordt ingezet ter voorkoming van problematische schulden. Eind 2020 wordt deze pilot geevalueerd en over de toekomstige uitvoering geadviseerd.
Maatwerkvoorzieningen (Wmo) en maatwerkdienstverlening 18+
Het aantal voorzieningen Wmo per 10.000 inwoners blijft vergeleken met het gemiddelde in Nederland laag. Dit komt doordat wij een relatief jonge bevolking hebben. Ook zien we dat een deel van de hulpvragen in het collectieve aanbod wordt opgevangen. Wel zien we een toename van het aantal hulpvragen. Ook worden ze complexer. Deze ontwikkelingen hebben te maken met een groei van de doelgroep. Ook wonen onze inwoners langer thuis. De nieuwe wetgeving voor de eigen bijdrage blijkt ook van invloed op de toename van het aantal hulpvragen.
Verder zien we dat de tarieven voor hulp bij het huishouden onder druk staan, door afspraken over loonstijging die in de cao's worden gemaakt door de gespannen marktsituatie. Ook de tarieven voor hulpmiddelen staan onder druk.
In 2021 zetten we de transformatielijn van de afgelopen jaren door en scherpen die aan op basis van ervaringen. Dit doen we door:
- Preventieve algemene voorzieningen in te zetten (het ondersteunen van inwoners bij hun hulpvragen met inzet van vrijwilligers). Hiermee willen we de druk op de maatwerkvoorzieningen verlichten. Het ondersteunen van mantelzorgers is hierbij een speerpunt.
- Resultaatgericht werken.
- Het optimaliseren van doelmatige ondersteuning. We maken stappen in het datagedreven werken. We krijgen een steeds beter beeld van de vraag van onze inwoners, de resultaten van onze interventies en de trends.
- Tenslotte hebben we aanvullende maatregelen ontwikkeld om de kosten te beheersen en werken we die uit.
Geëscaleerde zorg 18+
Wij zijn verantwoordelijk voor het organiseren van maatschappelijke opvang en beschermd wonen. De centrumgemeente Delft ontvangt het rijksbudget en organiseert de voorzieningen.
De gemeente Delft bepaalt naast de toegang tot de voorzieningen, ook de hoogte van de eigen bijdrage. Vanaf 2021 moeten wij dit zelf organiseren. We maken een beweging van beschermd wonen, naar beschermd thuis. Dat wil zeggen: perspectief ontwikkelen in de eigen woning in plaats van meer problemen en in een instelling terechtkomen.
Het afgelopen jaar is het tempo van deze decentralisatie van taken vertraagd onder invloed van voortschrijdend inzicht bij de landelijke overheid en centrumgemeenten. Niettemin zetten wij met centrumgemeente Delft stappen om gezamenlijke escalatie van problematiek zoveel mogelijk te voorkomen. Dat moet uiterlijk in 2021 leiden tot nieuwe samenwerkingsafspraken met de centrum- en regiogemeenten.
Maatwerkdienstverlening 18-
10,4% van onze jongeren van 0-18 jarigen heeft in 2019 een jeugdhulpvoorziening gekregen. Dit is licht afgenomen ten opzichte van 2018. Toen was dit 10,8%.
Vanaf 2018 zien we de kosten voor jeugdhulp stijgen. De kostenstijging is in onze gemeente minder dan in de omringende gemeenten. Het Servicebureau H10 verklaart deze stijging door de toename van de hulpvragen en de intensiteit van zorg. Maar ook door wisseling van de aangeboden zorg en de harmonisatie van tarieven.
De maatregelen om kosten te beheersen die in 2020 zijn vastgesteld, worden verder uitgevoerd. Via regionale ontwikkeltafels, worden er door gemeenten in de regio Haaglanden met aanbieders over de verdere implementatie van resultaatsturing en kostenbeheersing gesprekken gevoerd. Indien nodig worden er tussentijds afspraken gemaakt met aanbieders en/of worden contracten gewijzigd.
In 2021 wordt gestart met het implementeren van de in 2020 ontwikkelde regiovisie 2021-2025. Deze Regiovisie geeft ook de verbinding tussen jeugdhulp en andere aanpalende velden in het sociaal domein, de samenwerking met de jeugdhulpaanbieders, de bovenregionale samenwerking, de samenwerking tussen de gemeenten en de governance weer.
Geëscaleerde zorg 18-
Van onze jongeren tot 18 jaar had 0,5 % in 2019 te maken had met jeugdbescherming. Landelijk is dat 1,1%.
Het percentage jongeren tot 18 jaar die in 2019 te maken had met jeugdreclassering is 0,1%. Landelijk ligt dit percentage op 0,3%.