Stand van zaken en vooruitblik

Crisisbeheersing en brandweer

De volgende maatregelen en activiteiten op het gebied van de fysieke veiligheid zijn gestart en deels al uitgevoerd:

  • In het meerjarenbeleidsplan 2020-2024 van de brandweer richt de brandweer zich op drie pijlers: energietransitie (en de gevolgen hiervan voor brandveiligheid), verdichting (en gevolgen hiervan voor bereikbaarheid voor de brandweer) en duurzame inzetbaarheid.
  • De ingezette lijn ten aanzien van zelfredzaamheid op het gebied van brandveiligheid wordt voortgezet. Inmiddels zijn in onze gemeente vier zogenoemde ‘brandweerambassadeurs’ actief. Dit zijn door de brandweer opgeleide bewoners, die voorlichting aan huis geven over brandveiligheid.
  • In regionaal verband wordt gewerkt aan een nieuw plan Bevolkingszorg, waarmee de gemeentelijke crisisorganisatie beter en breder is toegerust op allerlei calamiteiten.
  • Samen met de GHOR en zorgaanbieders wordt in regioverband aan een aanpak gewerkt, waardoor bij calamiteiten beter de zorg aan zelfstandig wonende minder zelfredzame personen geregeld kan worden.

Openbare orde en veiligheid

Doelen en prioriteiten op het gebied van openbare orde en veiligheid zijn vastgelegd in het Integraal Veiligheidsplan 2018-2022. De prioriteiten zijn:

  • Veilige en leefbare wijken en kernen.
  • Verminderen van (jeugd)overlast, alcohol- en drugsgebruik.
  • Tegengaan van ondermijning.

Elke twee jaar stellen we een Uitvoeringsplan Integrale veiligheid op met concrete maatregelen en activiteiten. In 2019 is het uitvoeringsprogramma 2018-2019 geëvalueerd en het nieuwe uitvoeringsprogramma 2020-2021 opgesteld. Naast het Integraal Veiligheidsplan 2018-2022 beschikken we ook over de Beleidsnota Toezicht en Handhaving 2018-2022. We maken elk jaar een Handhavingsuitvoeringsprogramma.

1. Veilige en leefbare wijken en kernen

In het algemeen doet onze gemeente het goed op het gebied van veiligheid. In 2019 is het aantal diefstallen uit woningen uitgekomen op 1,4 per 1.000 inwoners, waarmee de dalende tendens van voorgaande jaren is doorgezet. De komende jaren blijven we werken aan vermindering en voorkoming van woninginbraken. Dat doen we onder meer door middel van het ondersteunen van WhatsApp-groepen, wijktoezicht en het Donkere Dagen Offensief.

Het aantal vernielingen en beschadigingen in de openbare ruimte is in Pijnacker-Nootdorp licht gestegen van 2,6 in 2018 naar 2,8 per 1.000 inwoners in 2019 (5,4 in Nederland).

Het aantal geweldsmisdrijven blijft dalen. Van 3,1 per 1.000 inwoners in 2018, naar 2,6 in 2019.

Het aantal winkeldiefstallen in 2019 komt uit op 1,1 per 1000 inwoners.

2. Verminderen (jeugd)overlast, alcohol- en drugsgebruik

We zijn positief over de ontwikkeling van de jeugd in onze gemeente. Er is een klein aantal jongeren dat voor overlast zorgt. Het aantal meldingen van jeugdoverlast fluctueert. In 2018 waren er 278 meldingen. Het aantal verwijzingen naar Halt is in 2019 ten opzichte van 2018 licht gestegen naar 75. Met het jeugd- en jongerenwerk en de driemensschappen (jongerenwerker, wijkmanager en wijkagent) blijven we werken aan het terugdringen van de overlast.

Meldingen jeugdoverlast

2014

2015

2016

2017

2018

273

311

286

351

278

Alcoholgebruik op jonge leeftijd is schadelijk en het verstrekken van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de achttien is op grond van de Drank- en Horecawet verboden. We zetten in op preventie. Zo zijn er onder meer voorlichtingsbijeenkomsten op scholen georganiseerd. Ook sportverenigingen worden ondersteund bij het verminderen van het alcoholgebruik door jongeren. Er vindt ook toezicht- en handhaving bij horeca, detailhandel en sportverenigingen plaats. Daarnaast doen zich ook andere fenomenen voor zoals gameverslaving en gebruik van lachgas. Beiden zullen meegenomen worden in het nieuwe preventieve gezondheidsbeleid (Programma 6). Ten aanzien van lachgas zal ook samen met de politie toezicht en handhaving plaatsvinden.

3. Tegengaan van ondermijning

Bij ondermijning gaat het om verschillende vormen van criminaliteit. Deze criminaliteitsvormen hebben als overeen­komst dat boven- en onderwereld zich op een manier vermengen, waarbij de fundamenten van de rechtsstaat worden aangetast. Het gevaar van ondermijning is dat het vertrouwen van de samenleving in reguliere instanties verdwijnt. We werken aan eeen structurele aanpak om ondermijning tegen te gaan. Dat doen we op drie manieren, namelijk door bewustwording, door informatie te delen en door gebruik te maken van beleid, regelgeving en vergunningen, toezicht en handhaving. Er is een ondermijningsbeeld voor de gemeente opgesteld en een weerbaarheidsscan. Op basis hiervan wordt een plan van aanpak voor de komende jaren opgesteld.

Riolering

Het beheer en onderhoud van de riolering wordt uitgevoerd volgens het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2018-2021, dat in 2018 is vastgesteld. In het GRP staat hoe de wettelijke zorgplicht wordt ingevuld die de gemeente heeft voor afvalwater, hemelwater en grondwater.

In het GRP wordt ook de reden en de hoogte van de rioolheffing uitgelegd. Met de zorg voor riolering wordt gewerkt aan bescherming van de volksgezondheid, veiligheid en kwaliteit van de leefomge­ving en bescherming van het milieu en de natuur.

In de afvalwaterketen wordt samengewerkt met het Netwerk Afvalwa­terketen Delfland (NAD). Dat is een netwerkorgani­satie van de gemeenten en drinkwaterbedrijven die rondom onze gemeente liggen.

Afval

Bij de uitvoering van de huisvuilinzameling is overgegaan naar het concept Omgekeerd Inzamelen. Bij Omgekeerd Inzamelen staat de inzameling van grondstoffen centraal: "Van afval naar grondstof!”. We willen bereiken dat ten minste 75% van de grondstoffen uit huisvuil wordt hergebruikt. Of dat er maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar is.

In 2021 wordt het project afgerond om het Het Nieuwe Inzamelen gemeentebreed in te voeren. Medio 2020 zijn de locaties van de ondergrondse containers voor het restafval vastgesteld. Vanaf september 2020 is gestart met de uitvoering. De realisatie loopt door tot medio 2021. We volgen de resultaten en sturen bij wanneer dat nodig is.

Energietransitie

Ambitie en beleid

We willen dat Pijnacker-Nootdorp in 2050 een energieneutrale gemeente is. Daarvoor is beleid gemaakt (2016) voor de komende tien à vijftien jaar. Dit beleid is vastgelegd in de thematische structuurvisie Duurzame Energie en Energieneutraliteit en de Bodemenergievisie.

Als uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord 2018-2022 heeft de raad in februari 2019 de startnotitie Energietransitieplan vastgesteld. Dit plan biedt inzicht op welke wijze we de ambitie van energieneutraliteit willen bereiken. Het Energietransitieplan geeft invulling aan de marsroute naar 2050, waarin de acties staan die nodig zijn om in 2050 een energieneutrale gemeente te zijn. Het energietransitieplan bestaat uit een drietal deelproducten, de energiemix, het participatieplan en de energietransitievisie.

De energiemix geeft weer op welke wijze de energievraag (elektriciteit en warmte) zich ontwikkelt in Pijnacker-Nootdorp richting 2030 en 2050. Daarnaast geeft de energiemix inzicht in de wijze waarop deze vraag ingevuld kan worden. Er wordt een inschatting gegeven in termijnen van 10 jaar tot aan het jaar 2050. Op deze wijze helpt de energiemix de discussie over energietransitie richting te geven. De energiemix is door de raad vrijgegeven voor participatie met de samenleving. Het participatieproces is gekoppeld aan het participatieproces voor de omgevingsvisie. De uitkomsten van de energiemix leiden namelijk tot ruimtelijke ingrepen, welke integraal afgewogen moeten bij het opstellen van de omgevingsvisie. Het participatieproces stond in de planning om te starten in het voorjaar van 2020. In verband met de coronacrisis is dit uitgesteld tot het najaar van 2020.

In 2020 moet het aandeel hernieuwbare energie 15% zijn. Bij hernieuwbare energie gaat het om elektriciteit en warmte. In 2017 was de opgewekte hernieuwbare energie 7,7% van het totale energieverbruik in onze gemeente. Dit ligt hoger dan het landelijk gemiddelde (6,8%).

Hernieuwbare elektriciteit wordt opgewekt uit zon, wind, water­kracht of biomassa. Onze gemeente scoorde in 2018 met hernieuwbare elektriciteit 4,2%. Dat is lager dan het landelijke gemiddelde van 18,5%. Door het grote verbruik van de glastuinbouw scoort onze gemeente lager dan gemiddeld. Hernieuw­bare elektriciteit komt in onze gemeente vooral uit zonne-energie. In onze gemeente wordt geen hernieuwbare energie opgewekt door wind.

De productie van duurzame elektriciteit met behulp van zonne-energie is in 2018 met 55% gestegen ten opzichte van 2017. In 2018 werd 3,6% van het gemeentelijke elektriciteitsverbruik opgewekt met zonnepanelen. Dit is 0,5% van het totale energieverbruik van de gemeente.

Hernieuwbare warmte wordt opgewekt uit onder meer verbranding van afval, biomassa, Warmte Koude Opslag (WKO) en aardwarmte. Het aandeel opgewekte hernieuwbare warmte kwam in 2017 voor onze gemeente uit op 9,2% tegen 5,4% landelijk.

Uitvoering

We werken op verschillenden fronten aan de energietransitie. Het betreft onder andere:

  • We stimuleren onze inwoners om energiemaatregelen te nemen. Hiervoor kunnen ze bij de gemeente energieadvies krijgen en geld lenen om zulke maatregelen uit te voeren. De voorwaarden van de gemeentelijke duurzaamheidslening zijn gunstig. Inwoners kunnen de rente van de lening betalen met de besparing die de energiemaatregelen opleveren.
  • De gemeente heeft met succes een aanvraag gedaan voor de subsidieregeling Regeling Reductie Energieverbruik. In totaal is ongeveer 667.000 euro beschikbaar voor inwoners van de gemeente om te besteden aan energiebesparende maatregelen. De gemeente is hiervoor een samenwerking aangegaan met de WoonWijzerWinkel. Door middel van een vouchercode kan korting verkregen worden op artikelen.
  • In 2018 is de Warmte Samenwerking Oostland van start gegaan. Dat is een samenwerking van onze gemeente, de gemeenten Lansingerland, Zuidplas en Waddinxveen en LTO Glaskracht. Warmte Samenwerking Oostland organiseert de warmtevraag in het Oostland. Met deze samenwerking geven we de ontwikkeling van een regionaal warmtenetwerk met voeding door lokale bronnen een impuls. In 2019 is een eerste verkenning opgesteld voor Oostland en Pijnacker-West. Er is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor Regio Ypenburg/Nootdorp/Noukoop-Balijade. De warmtevraag in de regio is echter niet volledig op te vangen met alleen lokale bronnen. Restwarmte uit de Rotterdamse haven is nodig als ondersteuning. Om deze reden richt de WSO zich ook op het ministerie van EZK en de Gasunie om een aansluiting op de zogeheten Leiding door het Midden te realiseren.
  • De 23 MRDH-gemeenten, vier waterschappen en de provincie werken sinds 2018 aan een Regionale Energiestrategie (RES). Deze energiestrategie is een instrument om op basis van de Klimaatakkoorddoelen gezamenlijk te komen tot keuzes voor de opwekking van duurzame elektriciteit, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en de daarvoor benodigde opslag en energie infrastructuur. In het voorjaar van 2020 is de concept versie van de RES opgeleverd. De gemeenteraden en de staten hebben de gelegenheid om wensen en bedenkingen te uiten op het concept. Deze worden dan meegenomen in het vervolgproces om te komen tot een definitieve RES. Deze moet in het voorjaar van 2021 gereed zijn.
  • De gemeente heeft een aanvraag voor een bijdrage gedaan voor Klapwijk in het kader van het landelijke Programma Aardgasvrije Wijken. Door de herinrichting van de wijk in het kader van klimaatbestendig Klapwijk te combineren met de aanleg van een warmtenet kan de hele wijk relatief eenvoudig van het gas af worden gehaald. De beoordeling van de aanvraag door het Rijk volgt in het najaar van 2020.